Fragment uit De avonturen van een jonge bioloog

Fragment: In gevecht met een kaaiman

Inmiddels stonden er zo’n twintig plaatselijke bewoners toe te kijken en advies te geven. Voor hen was het volstrekt onbegrijpelijk dat we het dier levend en ongedeerd wilden vangen. Zij waren ervoor om het daar ter plekke met hun messen af te maken. Uiteindelijk wurmden Jack en Teddy, met behulp van twee gevorkte stokken om de lus wijd open te houden, de lasso om de zwarte snuit van de kaaiman. Dit maakte het dier ziedend en het schudde de lus met een brul van zich af. Drie keer zat de lus eromheen en drie keer werd die weer afgeschud. De lus ging er een vierde keer om. Heel langzaam schoof Jack hem met behulp van de stokken omhoog naar de ogen van de kaaiman. En toen, heel plotseling, voordat het reptiel besefte wat er gebeurde, trok hij de lus strak en zat de gevaarlijke muil veilig dicht. Nu moesten we oppassen voor een klap van zijn enorme staart. De situatie begon er vanaf de plek waar Charles en ik stonden steeds onrustbarender uit te zien toen Teddy, nadat hij voor de zekerheid nog een lus om de muil van de kaaiman had vastgemaakt, de Wapishana vroeg of zij de palissade eruit wilden trekken. Er was nu niets anders meer dan open water tussen Charles en mij en de kaaiman met zijn lange kop die ons vanuit de holte kwaadaardig met zijn gele ogen aanstaarde. Jack sprong van de oever in het water recht voor de holte. Hij had een lange paal bij zich die hij had gemaakt van een jong boompje. Bukkend duwde hij de paal de tunnel in, zodat die langs de geschubde rug van het reptiel kwam te liggen, en naar binnen reikend maakte hij de paal vast door een halve steekknoop rondom de stok en onder de vochtige oksels van het dier aan te leggen. Teddy ging hem helpen en centimeter voor centimeter trokken ze de kaaiman nu naar buiten, waarbij ze naarmate hij verder naar buiten kwam, steeds meer halve steken rondom het lichaam en om de stok aanbrachten. De achterpoten, de staartbasis en ten slotte de staart zelf werden op die manier stevig vastgebonden en het drie meter lange dier lag veilig ingebonden aan onze voeten, terwijl het modderige water om zijn muil klotste. En nu moest het dier over het meer vervoerd worden naar de truck. We maakten de voorkant van de stok vast aan de achtersteven van een boomstamkano en met de kaaiman achter ons aan peddelden we terug naar het vrouwenkamp.

Jack hield toezicht terwijl de Wapishana ons hielpen de kaaiman op de truck te laden en vervolgens controleerde hij systematisch elke knoop om te kijken of er niet een los zou kunnen schieten. De vrouwen, die nog steeds geen vis konden roken, kwamen allemaal om de truck heen staan om onze vangst te bestuderen en probeerden te begrijpen waarom iemand in hemelsnaam iets zou hebben aan zo’n gevaarlijke lastpost. We reden terug over de savanne. Charles en ik zaten aan weerszijden van de kaaiman met onze voeten op nog geen vijftien centimeter van zijn muil, in de hoop dat de touwen inderdaad zo sterk waren als men beweerde. Wij waren allebei in de wolken dat we zo snel al zo’n indrukwekkend dier hadden gevangen. Jack was iets minder uitbundig.

‘Niet slecht,’ zei hij, ‘om mee te beginnen.’

pro-mbooks2 : libris