Willem Offenberg gaat in de etalage in gesprek met Marnix de Bruyne die ‘We moeten gaan’ schreef, over de Nederlandse emigranten die in de jaren vijftig neerstreken in het toenmalige Zuid-Rhodesië. Ze werden daar met open armen ontvangen door het blanke minderheidsbewind, dat hen goed kon gebruiken op de tabaksplantages
Daarna volgt een sprek met Floris-Jan van Luyn over 'Aan de andere kant is alles beter'. 'Vergelijken doodt het plezier,' aldus Mark Twain. Hij had ongelijk. Leg de Verenigde Staten en China rug aan rug en je kunt je verbazing niet op. Filmmaker en auteur Floris-Jan van Luyn doet het in Aan de andere kant is alles beter. Hij gaat op reis door het hart van beide landen, langs de Mississippi en de Jangtse, en vraagt naar het leven van de dag.