Rubens die naast schilderen nog drie andere dingen tegelijk kan, Bernini die aan het Franse hof vernederd wordt, Picasso die in het café de basis legt voor zijn carrière, Degas die zelf danspasjes uitprobeert, een aap die kan schilderen, Bacon die uitlegt wat het toeval voor hem doet, en kunstenaars die voor de rechter moeten verschijnen, zoals Veronese en Whistler, en ook Serra en Hirst, en die meestal, maar niet altijd, goed wegkomen.
René van Stipriaan verzamelde voor De jacht op het meesterwerk meer dan honderd verslagen, heet van de naald, over beslissende maar ook minder bekende momenten uit de kunstgeschiedenis. We zien een rijke Romein die twijfelt over zijn kunstaankopen, Leonardo da Vinci die werk zoekt, Michelangelo die per se het beste marmer wil, Dürer die de Azteekse kunst ontdekt, Vermeer die diep in de schulden raakt, impressionisten die elkaar dwarszitten, kunsthandelaren die de markt aanvoelen en manipuleren. En we zitten er dicht op als meesterwerken ontstaan, en maken mee hoe ze soms op de meest brute wijze uit de wereld verdwijnen.
René van Stipriaan is auteur van het veel bejubelde Het volle leven, Nederlandse literatuur en cultuur ten tijde van de Gouden Eeuw. Hij stelde eerder o.a. Ooggetuigen van de Gouden Eeuw samen, en met Geert Mak Ooggetuigen van de Wereldgeschiedenis.