Wat is de relatie tussen afkomst en toekomst? Welk doel dient de grens en waarom ervaren we een grenzeloze wereld als bedreigend?
Tijdens de Maand van de Filosofie 2016 onderzoeken we de betekenis van de grens en de waarden die hieraan verbonden zijn. We beperken ons niet tot geografische grenzen, elke omlijning van de vrijheid wordt bevraagd. Is grensoverschrijding de enige weg naar vooruitgang? Het ideaal van onbeperkte zelfontplooiing, de principiële omarming van het vreemde en het taboe op het taboe lijken dit te suggereren. De vaststelling van de grenzeloze wereld is bijna een cliché, Zygmunt Bauman laat al jaren zien dat vaste structuren vloeibaar worden. De vraag die nu gesteld moet worden is: om hoeveel begrenzing vraagt de beschaving?
Het lijkt er namelijk op dat we tegen de grenzen van onze eigen vrijheid aanlopen. Nu de externe grenzen aan kracht hebben verloren, wordt met bruut geweld beroep gedaan op het vermogen onszelf te begrenzen. Ingehaald door het ideaal van de vrije liefde, vindt bij de huidige generatie, kinderen van gescheiden ouders, een herwaardering van het huwelijk plaats. Ook buiten de romantiek groeit het verlangen naar een langdurige verbinding. Op de werkvloer, in vriendschappen en binnen families begrenzen we de nonchalance die in de jaren ’80 toch zo rechtmatig was verkregen. De komst van het internet betekende een overwinning in grenzeloosheid, talloze privacy debatten tonen echter het verlangen om binnen en buiten toch van elkaar te onderscheiden.