Jaap Waterschoot is een getalenteerde HBS-er die in de crisisjaren vóór WOII geen enkele kans op een baan heeft. Wanneer hij Bep van Klaveren leert kennen krijgt hij echter aanbiedingen als bokser, vertegenwoordigt Nederland in de Olympische spelen van 1936 in Berlijn en reist Bep van Klaveren achterna naar de Verenigde Staten, waar hij per ongeluk ook de oorlog moet doorbrengen en zich al boksend overeind houdt in een wereld vol raciaal geweld, verpaupering en matchfixing. Van een afstand moet hij beleven hoe Rotterdam wordt platgebombardeerd. Pas in 1946 kan hij met eigen ogen aanschouwen wat ervan is overgebleven. Met een zee aan ervaringen, een weemoedig hart en een praktische instelling probeert hij er het beste van te maken.
Over de auteur: Hans Kanters publiceerde eerder een verslag van de ondergang van de Sphinx in Maastricht in Gedane zaken en de spannende roman Insectenman.