Een waterkrachtcentrale diep in de Limburgse bodem voorkomt een black-out als alle windmolens stilstaan
In het recente energie-akkoord is besloten tot een sterke groei van windenergie en zonne-energie. In zijn proefschrift maakt Jan Huynen duidelijk dat er geen geschikte technieken zijn om voldoende elektriciteit op te slaan voor wanneer het niet waait en de zon niet schijnt. Zolang die er niet zijn, kan Nederland niet van het gas af en zullen op windloze dagen de oude, vervuilende elektriciteitscentrales moeten blijven draaien. Huynen stelt voor om een energiebuffer aan te leggen diep in de Limburgse bodem. Hij heeft daarvoor een gedetailleerd bouwplan gemaakt. De bouw van zo´n buffer zou een snelle groei van wind- en zonne-energie mogelijk maken.
De energiebuffer maakt gebruik van waterkracht. De bodem onder Limburg is stevig genoeg om een ondergronds waterreservoir aan te leggen op 1,4 km diepte in een homogene laag hardsteen. Bovengronds wordt dan een klein meer (50 ha) aangelegd als tweede reservoir. Het plan is om het water te laten circuleren tussen die twee reservoirs. Is er energie nodig, dan laat je het water uit het bovengrondse meer via een generator naar de diepte lopen. Is er elektriciteit teveel (bijvoorbeeld als het ´s nachts hard waait), dan pomp je het weer omhoog, terug in het meertje.
De bouw van deze energiebuffer kost 1,8 miljard euro en duurt 6 jaar. Een kostenbatenanalyse laat zien dat het plan ook financieel aantrekkelijk is. Jan Huynen (1932) heeft met zijn bedrijf dertig jaar aan dit plan gewerkt.
Jan Huynen is econoom, energiedeskundige en serial entrepreneur in Maastricht. Hij was de oprichter van het evenement- en congrescentrum MECC Maastricht en 's werelds grootste kunstbeurs TEFAF. In de jaren tachtig raakte hij betrokken bij energieopslag als vice-president van het Belgische elektromechanische bedrijf ACEC. Sinds die tijd heeft hij de mogelijkheden onderzocht van onder water gepompte hydroopslag. Jan Huynen is zowel Doctor in de Sociale Wetenschappen als Geowetenschappen
Luc Soete (was jarenlang hoogleraar Internationale Economische Betrekkingen aan de School of Business and Economics van de Universiteit Maastricht, mede-oprichter en directeur van UNU-MERIT en lid van de Nederlandse Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT). Van 2012 tot 2016 was Soete rector magnificus van de Universiteit Maastricht. Onderstaande column uit de Limburger geeft een goed beeld van het onderwerp.
© Copyright 2018 Dagblad De Limburger.
Zaterdag, 21 april 2018
Een Limburgse Energiewende
COLUMN LUC SOETE
Deze zonovergoten week zal ons ongetwijfeld heel wat duurzame energie hebben opgeleverd en wat minder Gronings gas hebben gekost. De snelle uitbreiding door het hele land van het areaal zonnepanelen - niet langer op huizen en kassen, maar ook steeds vaker op landbouwgrond - , lijkt zelfs goudkoortsachtige vormen aan te nemen.
Mijn ex-collega van Wageningen vertelde me dat zelfs de universiteit aldaar aanbiedingen kreeg om op de eigen proef- en testvelden zonnepanelen te plaatsen.
Een probleem is echter dat het overgrote deel van deze duurzame energie amper gebruikt kan worden omdat de piekbelasting van het elektriciteitsnet de toevoer van zonnestroom niet aan kan. Ondanks alle overvloedige zonneschijn blijven zodoende de conventionele gas-, steenkool- en nucleaire centrales hun rol van vaste energieleveranciers spelen. Het toegenomen aanbod aan zonne-energie heeft dus in niets onze afhankelijkheid
van fossiele grondstoffen verminderd.
Gronings gas
En toch. De kabinetsbeslissing om gaswinning uit het Groningenveld in 2030 volledig te stoppen, zet de noodzakelijke energietransitie richting duurzame energiebronnen plots op scherp. Op relatief korte termijn wordt nu duidelijk voor zowel het bedrijfsleven als de gewone burger dat de afhankelijkheid van het eigen laagcalorische Groningse gas binnen enkele jaren voorbij zal zijn. Zoals Carla Dik-Faber, ChristenUnie-Kamerlid, het verwoordde: „weg met de gasverslaving”. Nederland staat aan de vooravond van zijn eigen Energiewende. Toevallig viel begin deze maand bij onze zuiderburen de beslissing dat het gebruik van de reeds afgeschreven en steeds minder betrouwbare nucleaire energiecentrales in Doel en Tihange na 2025 niet langer verantwoord is. Eindelijk denk je dan, maar als typisch Belgisch addertje onder het gras is wel toegevoegd: in zoverre het aanbod aan energie niet in gevaar komt. Een Belgische Energiewende, eerst zien en dan geloven. Bij onze Duitse buren, waar wel alle kerncentrales gesloten worden, spelen kolencentrales steeds meer de hoofdrol als buffer om balans te brengen het in aanbod van fossiele en duurzame energie.
Opslag
Hernieuwbare energiebronnen zoals zon en wind zijn kortom in overvloed aanwezig, maar onregelmatig en onevenwichtig over de dag verspreid. Zij bieden geen energiezekerheid. De centrale uitdaging is dan ook hoe de overtollige hernieuwbare energie benut kan worden via duurzame opslag. Dat kan decentraal op niveau van wijken, zelfs in auto’s, maar is niet echt duurzaam wat benodigde materialen en levensduur betreft. Of middels chemische processen. Zo kan de overtollige duurzame energie worden gebruikt voor waterstofproductie. Dit vergt echter nog heel wat onderzoek.
Waterkracht
Er zijn al beproefde methodes die een ideale bufferrol kunnen spelen. Ik heb het over opslagsystemen door middel van waterkracht, niet bovengronds zoals de bekende waterkrachtcentrales, maar ondergronds. Wij zijn nu eenmaal geen Zwitserland. Limburg en dan vooral de Maaslandgrensregio biedt geologisch ideale mogelijkheden om op grote diepte een waterreservoir aan te leggen verbonden met een bovengronds reservoir. Overtollige zonne-energie kan worden ingezet om het water van het ondergrondse reservoir naar boven te pompen. En gezien de overvloed tegen een lage elektriciteitsprijs. En omgekeerd: wanneer tekorten optreden aan hernieuwbare energie wordt elektriciteit opgewekt door het water via turbines terug te laten stromen naar het ondergrondse reservoir, maar gezien het tekort voor een hogere elektriciteitsprijs. Deze methode is bovendien duurzaam, want zonder enige CO2-emissie en nog economisch rendabel ook.
Luc Soete is oud-rector magnificus van de Universiteit Maastricht