De stad en zijn onvaste muren Haruki Murakami
De stad en zijn onvaste muren, Haruki Murakami -  - 9789025475536
Een zeventienjarige jongen wordt verliefd op een meisje van zestien. Tijdens hun lange gesprekken vertelt ze hem over een door muren omsloten stad, waar haar échte ik woont.

Wanneer het meisje verdwijnt, begint voor de jongen een levenslange zoektocht naar deze ommuurde stad met eenhoorns, een bibliotheek met oude dromen, een torenklok zonder wijzers. Het lukt hem jaren later om dromenlezer te worden in deze stad en het alter ego van zijn jeugdliefde te vinden. Alleen herkent zij hem niet.

Terug in de oorspronkelijke wereld wordt hij geconfronteerd met wezensvragen over droom en werkelijkheid, zelf en schaduw, hart en wil. Kiest hij voor de werkelijke wereld of voor de stad met onvaste muren?

In zijn eerste roman in zes jaar trekt Haruki Murakami opnieuw een fonkelend universum op waarin droom en werkelijkheid, zelf en schaduw, eenzaamheid en verbinding door elkaar lopen. Hij borduurt losjes voort op een inmiddels legendarisch vroeg verhaal in zijn oeuvre, en op de droomstad uit Hard-boiled Wonderland en het einde van de wereld. Liefhebbers en nieuwe lezers zullen genieten van de ongeëvenaarde Murakami-magie. En meegesleept worden door een van de mooiste liefdesverhalen uit zijn rijke oeuvre.


34,99

Het artikel is aan je winkelmandje toegevoegd
Het artikel is niet op voorraad.
1 exemplaar van De stad en zijn onvaste muren is toegevoegd aan het winkelmandje.
De stad en zijn onvaste muren
34,99

Haruki Murakami

Haruki Murakami (1949) schreef onder andere de romans Norwegian Wood, Kafka op het strand, de verhalenbundels Mannen zonder vrouw en Eerste persoon enkelvoud. Murakami’s werk wordt in meer dan veertig landen uitgegeven en is bekroond met talloze prijzen, waaronder de Welt-Literaturpreis en de Hans Christian Andersen Literatuurprijs. Hij wordt regelmatig getipt als kandidaat voor de Nobelprijs voor de Literatuur.

Het artikel is aan je winkelmandje toegevoegd
Het artikel is niet op voorraad.
1 exemplaar van De stad en zijn onvaste muren is toegevoegd aan het winkelmandje.
De stad en zijn onvaste muren
Limited edition - Alleen bij Libris en Blz.
34,99

Leesfragment uit het nieuwe boek, De stad en zijn onvaste muren

1.       

Jij hebt me over deze stad verteld.

Op een avond die zomer, terwijl we de zoete geur van gras opsnoven, liepen we stroomopwaarts door de rivier. We pas­seerden een paar keer kleine draaikolken achter dammetjes van zand, af en toe bleven we staan en dan keken we naar de smalle, zilveren visjes die zwemmen in stilstaand water. We hadden allebei al een poosje eerder onze schoenen uitgetrok­ken. Het water waar we doorheen waadden spoelde fris rond onze enkels en de zanderige bodem omhulde onze voeten – als een zachte wolk in een droom. Ik een jongen van zeventien, jij een meisje van zestien.

Jij liep een stukje voor me uit, van zandbank naar zand­bank, met je rode sandalen achteloos in je gele schoudertas van kunststof gepropt. Aan je natte dijen bleven kletsnatte planten plakken die aantrekkelijke groene leestekens vormden. Mijn versleten witte sneakers bungelden aan mijn handen.

Jij liet je, vermoeid van het lopen, achteloos in het opgescho­ten gras zakken om te gaan zitten en keek zonder een woord te zeggen omhoog. Twee vogeltjes vlogen naast elkaar door de lucht en slaakten scherpe kreetjes. In de stilte begon een voorbode van blauwe duisternis ons te omhullen. Toen ik me naast je liet zakken, werd ik bevangen door iets vreemds. Alsof jouw lichaam en mijn hart door duizenden onzichtbare draden nauwkeurig met elkaar waren verbonden. De minste beweging van je ooglid of een subtiele trilling van je lippen bracht mijn hart in beroering.

Op een moment als dit zijn we allebei naamloos. De leven­dige gedachten van een zestienjarige en een zeventienjarige op het gras van een rivieroever in de schemering op een zomer­avond – dat is alles. Nog even en boven onze hoofden zullen geleidelijk de sterren beginnen te schitteren, maar ook de ster­ren zijn naamloos. Op het gras van een rivieroever van een naamloze wereld zitten we naast elkaar.

‘De stad is rondom omsloten door hoge muren,’ zeg je op­eens. Van achter in de stilte heb je woorden gevonden en te­voorschijn gehaald. Als iemand die eigenhandig uit een diepe zee parels heeft weten op te duiken. ‘De stad is niet zo groot. Maar ook weer niet zo klein dat je alles in één keer kunt over­zien.’

Het is de tweede keer dat je over deze stad begon. En de stad had blijkbaar hoge muren die hem rondom omsloten. 

 

[…]

2.

‘En wat doet jouw échte jij dan in deze stad?’

‘Ik werk in de bibliotheek,’ antwoord je zacht. ‘Daar werk ik van ongeveer vijf uur ’s middags tot ongeveer tien uur ’s avonds.’

‘Ongeveer?’

‘Alle tijdsaanduidingen daar zijn “zo’n beetje”. Op het plein in het centrum staat wel een hoge torenklok, maar die heeft geen wijzers.’

Ik stel me een torenklok zonder wijzers voor. ‘En kan ieder­een zomaar die bibliotheek binnenlopen?’

‘Nee. Daar kan niet iedereen vrijelijk binnenlopen. Om er­binnen te komen is een speciale bevoegdheid nodig. Maar jij kunt er wel naar binnen. Want jij hebt die bevoegdheid.’

‘Zo’n speciale bevoegdheid... om wat voor bevoegdheid gaat het dan?’

Je glimlacht vriendelijk. Maar je geeft geen antwoord op mijn vraag.

‘Stel dat ik daarnaartoe zou gaan, kan ik dan jouw ware zelf ontmoeten?’

‘Als het je lukt om die stad te vinden. En als...’

Op dat punt doe jij je mond dicht en je begint licht te blozen. Maar ik kan jouw onuitgesproken woorden niet verstaan. 

En als je werkelijk op zoek bent naar mijn ware ik... dat zijn de woorden die jij toen niet uitsprak.

Ik sla zacht mijn arm om je schouder. Je draagt een licht­groene mouwloze jurk. Je voorhoofd raakt mijn schouder. Maar degene om wie ik in deze zomerse schemering mijn arm heen heb geslagen, is niet de ware jij. In jouw woorden is dit niet meer dan een schaduw die een substituut van jou is.

De ware jij bevindt zich in een stad die omsloten is door hoge muren. Daar zijn mooie zandbanken waar wilgen welig groeien, daar zijn een aantal lage heuvels, en er zijn ook plek­ken waar stille eenhoorns komen. Mensen wonen er in oude woonblokken en zij leiden weliswaar eenvoudige levens maar komen niets tekort. De beesten eten graag de bladeren en de vruchten van de bomen die in de stad groeien, maar veel van hen bezwijken in de lange winter, wanneer de sneeuw zich op­stapelt, aan de kou en de honger.

Hoe sterk verlangde ik er niet naar om die stad binnen te gaan. En daar de ware jou te ontmoeten.

Hostname: pro-mbooks3