Bonita Avenue verovert inmiddels Brazilië en Scandinavië, de auteur zelf werkt in alle rust aan zijn tweede roman. Maar niet op donderdag, dan schrijft Peter Buwalda zijn column voor de Volkskrant. Wat moet dat moet. Toch neemt de schrijver de korte baan even serieus als de roman: het is ‘draaien, keren, zagen, vijlen, vloeken en raspen.’ Vaak zijn het hilarische korte verhalen. Soms breekt hij een lans. In deze derde bundel verhaalt hij bijvoorbeeld over in- en uitvalscollege drs. Sjonnie, bezoekt met vrienden de boekhoudersconferentie op Ibiza, en plaatst kanttekeningen bij de Beatleskunde van Robert ten Brink. En altijd, net als de lezer hem node begint te missen, is daar Lyndon B. Johnson, Buwalda’s favoriete asshole. Met zijn lenige pen leidt hij ons door zijn kleurrijke universum.
‘The King, die had nog eens
een mooie smoking. Tijdens
de stand-up van de premier
droomde ik weg over Elvis’
$ 10,000 Gold Lamé Suit
uit 1957, de bladgouden
tuxedo die kleermaker
Nudie Cohn voor hem
maakte, de smoking aller
smokings, The High
Priest of Evening Wear,
The King-Smoking,
de smoking die ik zo
graag een keertje aan zou hebben.'