Historie

Jan Brouwers is historicus en journalist. Hij schrijft boeken en artikelen en maakt tentoonstellingen over geschiedenis, erfgoed en levensbeschouwing. Hier bespreekt hij zijn favoriete geschiedenisboeken.

Jan Brouwers

In opstand! Geuzen in de Lage Landen 1565-1578

In opstand!

Pieter Serrien

€ 34,99

Zonder de geuzen geen Tachtigjarige Oorlog, of Nederlandse Opstand, zoals we tegenwoordig meestal zeggen. Dat maakt Pieter Serrien duidelijk met zijn boek In Opstand. Niet Willem van Oranje en Filips II spelen hierin een hoofdrol, maar een zooitje ongeregeld dat vanaf 1566 zo’n vijftien jaar lang met wisselend succes streed tegen de vervolging van de protestanten en de toenemende invloed van de Spanjaarden op het bestuur van de Nederlanden. Serrien maakte eerder naam met boeken over de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Daarin stonden persoonlijke getuigenissen centraal. Dit keer ging hij de uitdaging aan om dit procedé toe te passen op de zestiende eeuw. Dagboeken en dergelijke uit die tijd zijn veel minder talrijk. Toch slaagde hij erin om materiaal te vinden voor een boek dat de eerste jaren van de opstand tot leven brengt. Zo geeft hij een indringend beeld van een tijd vol gruwelijkheden. Verhalen zoals dat van het beleg en het ontzet van Leiden zijn zelden zo levendig verteld. Op een ingenieuze manier weeft Serrien de politieke, religieuze, economische, sociale en ook klimatologische oorzaken van de opstand door zijn betoog. Precies zoals een goede geschiedenisleraar dat doet. Inderdaad: hij is behalve schrijver docent geschiedenis. Het boek is een waardige pendant van de biografie van Willem van Oranje, die René van Stipriaan schreef onder de titel De Zwijger.

Pieter Serrien, In opstand! Geuzen in de Lage Landen 1565-1578 (Antwerpen/Amsterdam: Horizon 2022) ISBN 978-94-6396-202-5 € 34,99 ebook ISBN 978-94-6396-202-5 € 14,99.

Alle problemen begonnen met Van Riebeeck

Alle problemen begonnen met Van Riebeeck

Niels Posthumus

€ 22,99

Ook dit is Nederlandse koloniale geschiedenis

Kun je Jan van Riebeeck de schuld geven van alles wat er misgaat in Zuid-Afrika? Toen hij in 1652 voor de VOC een handelspost oprichtte bij Kaap de Goede Hoop had hij niet de bedoeling om een staat te stichten waar de verschillen tussen arm en rijk groter zijn dan waar ook ter wereld, waar moord en doodslag aan de orde van de dag zijn en waar de witte bewoners neerkijken op hun zwarte landgenoten. Niels Posthumus, van 2012 tot 2021 correspondent in Zuid-Afrika, reist door het land, spreekt met allerlei mensen en vertelt van de geschiedenis. Geleidelijk aan ontstaat het beeld van een samenleving die nog steeds de sporen van de apartheid draagt, van een systeem dat uitging van de superioriteit van de blanke man. Een mentaliteit die gevormd is door ideeën die uit Nederland afkomstig zijn. Posthumus voelt zich er ongemakkelijk bij: de Afrikaners voelen verwantschap met hem. Kunnen Nederlanders doen alsof ze niets te maken hebben met wat er nu in Zuid-Afrika gebeurt. Want wat was er gebeurd als Jan van Riebeeck de Kaap links had laten liggen? Hoe dan ook is de geschiedenis van Zuid-Afrika voor een belangrijk deel Nederlandse koloniale geschiedenis. Dit boek weeft op een knappe manier heden en verleden van Zuid-Afrika door elkaar. Het zijn geen prettige verhalen, noch die uit die geschiedenis, noch die van nu. Maar het is wel dé manier om het land en zijn verleden te leren kennen.

Niels Posthumus, Alle problemen begonnen met Van Riebeeck. Wat Nederlanders niet weten over hun rol in Zuid-Afrika (Amsterdam: Uitgeverij Podium) 349 p. Isbn 978-94-6381-114-9.

De Zwijger. Het leven van Willem van Oranje

De zwijger

René van Stipriaan

€ 45,00

Twee jaar geleden deed ik onderzoek naar de geschiedenis van de lutheranen in Breda. Ik kwam er toen achter dat Willem van Oranje als heer van Breda in 1566 had geprobeerd lutheranen en calvinisten met elkaar te verzoenen. De poging liep op niets uit want de leiders van beide groeperingen waren niet bereid om op het gebied van hun kerkelijke leer toegevingen te doen. Het was voor mij aanleiding om me weer eens in de persoon van Willem van Oranje te verdiepen. Ik kwam er toen achter dat er eigenlijk geen recente wetenschappelijke biografie van de Vader des vaderlands bestond. Die is er nu wel: René van Stipriaan schreef een biografie die lange tijd een standaardwerk zal blijven en die ook heel leesbaar is. Het is ook een moderne biografie in die zin dat de auteur heeft kunnen profiteren van de talloze historische documenten die tegenwoordig via allerlei databanken te raadplegen zijn, waaronder de correspondentie van Willem van Oranje, die alleen al zo’n dertienduizend brieven omvat. De biografie beschrijft ook – zoals het hoort – het leven van Willem van Oranje en niet alleen maar de periode van de opstand tegen Spanje. Willem was veldheer in dienst van de Spaanse koning Filips II en lid van de Raad van State. Dit adviescollege werd in de loop van de tijd steeds vaker gepasseerd door de koning en de landvoogdes die namens hem de Nederlanden bestuurde. Dat leidde tot een breuk die begint op het moment dat Willem verneemt dat Filips het protestantisme met wortel en tak wil uitroeien. Daarover was hij niet geraadpleegd. Hij is voor een meer tolerante godsdienstpolitiek. Zeker zo grievend is het voor hem dat hij niet was geïnformeerd over de plannen van de koning. Dat zijn de kwesties die in de jaren daarna gaan spelen en die leiden tot de Nederlandse Opstand. Met zijn charismatische persoonlijkheid, zijn diplomatieke gaven én met list en bedrog wist hij de oppositie tegen Filips II te verenigen. In september 1577 werd hij als een vorst onthaald in Brussel. Maar al snel viel de coalitie uiteen. Radicale calvinisten kregen de overhand, steden en gewesten bleken niet bereid in de buidel te tasten om een leger op de been te brengen waarmee Willem de Spanjaarden kon weerstaan. Van Stipriaan schetst hoe Willem steeds probeerde keuzes te vermijden, maar daardoor uiteindelijk het initiatief verloor. Het is tegelijkertijd het verhaal van het begin van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en daarmee van Nederland, het vaderland waarvan hij de vader wordt genoemd. Een uitkomst die hij zelf niet voor ogen had gehad toen hij het Spaanse gezag ging uitdagen. Zijn poging om de Bredase calvinisten en lutheranen te verzoenen, kwam voort uit zijn tolerante opvatting over godsdienst. Tegelijkertijd probeerde hij steun te verwerven van de lutherse vorsten in Duitsland. Voor tijdgenoten waren zijn beweegredenen vaak duister – vandaar zijn bijnaam van Zwijger. Ook in deze biografie worden daar geen harde uitspraken over gedaan. Dat maakt dit boek zo boeiend: het is genuanceerd en daagt de lezer uit zelf een standpunt in te nemen.

Gastvrijheid

Gastvrijheid

Peter Venmans

€ 21,99

Gastvrijheid lijkt zo vanzelfsprekend, maar blijkt dat niet te zijn als een filosoof  daar vraagtekens bij zet. Peter Venmans doet dat in dit essay. Hij bekijkt hoe gastvrijheid in verschillende tijden en culturen werd opgevat. Zijn gedachten stemmen niet vrolijk. Gastvrijheid is volgens hem aan het verdwijnen onder invloed van het kapitalisme. Het neoliberalisme is bezig om de genadeklap uit te delen: gastvrijheid is hospitality geworden: een dienst waarvoor betaald moet worden. Onze obsessie met veiligheid doet de rest. Tijdens de corona-pandemie werd gastvrijheid verboden: we mochten thuis nauwelijks nog iemand ontvangen, landen sloten hun grenzen. Dat wil niet zeggen dat hij denkt dat spontane gastvrijheid verdwijnt. Zijn boek was al uit toen de oorlog in Oekraïne uitbrak. Dat we zo ruimhartig vluchtelingen opnemen verbaasde hem dan ook niet, zo zei hij desgevraagd. Maar de onvoorwaardelijke gastvrijheid die het christendom predikte, verdwijnt, aldus Venmans. Toch is dit geen pessimistisch boek. We zijn immers zelf verantwoordelijk voor onze gastvrijheid. Daar mogen we ons best wat meer van bewust zijn. Want gastvrijheid is ook ‘het pure plezier van de ontmoeting met anderen, vrienden en vreemden, de vreugde, de joie de vivre, het feest van de gastvrijheid dat ons leven spannender en beter maakt’.

 

Peter Venmans, Gastvrijheid. Filosofisch essay

Atlas Contact

Pagina’s: 224 | € 22,99

ISBN 978 90 450 4538 2

Ontluikend christendom. Cultuurgeschiedenis van een nieuwe religie in de Grieks-Romeinse wereld

Ontluikend christendom

Daniël de Waele

€ 29,99

Hoe leefden gezinnen in de eerste eeuwen van onze jaartelling, hoe was het onderwijs georganiseerd, hoe zag het joodse godsdienstig leven eruit, welk geloof hingen de Romeinen en Grieken nu eigenlijk aan, welke filosofische ‘scholen’ waren er en welke stromingen bestonden er binnen het christendom? Het boek Ontluikend christendom van Daniël de Waele biedt antwoorden op deze en op nog veel meer vragen. Het beperkt zich niet tot de geschiedenis van het vroege christendom, maar geeft een systematische beschrijving van de wereld waarin dit christendom ontstond.

Het boek doet een beetje denken aan een encyclopedie: je hoeft het niet van begin tot eind te lezen. Mist u de Winkler Prins en zijn soortgenoten van vroeger niet een beetje? Je kon er willekeurig in bladeren en zo allerlei interessants te weten komen. Zo werkt het ook in dit boek voor wie op een bondige manier geïnformeerd wil worden over het jodendom, de Griekse filosofie, de Romeinse samenleving en het beginnende christendom. Geen al te simpele lectuur, maar zeer de moeite waard voor wie zich wil oriënteren op deze onderwerpen.

 

Daniël de Waele, Ontluikend christendom. Cultuurgeschiedenis van een nieuwe religie in de Grieks-Romeinse wereld (Utrecht: KokBoekencentrum)

Vurige liefde. Het geheim rond het Bloedig Bruidje van Welberg.

Vurige liefde

Peter Jan Margry

€ 27,50

Vurige liefde

In 1937 verscheen Maria eindelijk in Nederland. Janske Gorisse uit Welberg was de uitverkorene die haar mocht aanschouwen. Zij ontving bovendien de stigmata: de wonden in handen, voeten en zijde van de gekruisigde Christus. In andere katholieke landen zoals België, Frankrijk, Spanje en Italië gebeurde dat in de negentiende en in het begin van de twintigste eeuw voortdurend, maar de Nederlandse katholieken waren tot dan toe van dergelijke wonderen verstoken gebleven, hoe trouw ze ook waren aan Rome.

Al gauw werd Welberg een bedevaartsoord het zag ernaar uit dat het best wel eens de status van Lourdes zou kunnen bereiken. Totdat het Vaticaan een onderzoek instelde en de cultus begin 1951 verbood. Alles wat aan Janske herinnerde werd verwijderd uit de kerk van Welberg. Zelf werd ze feitelijk verbannen naar Wouw. Dit plotselinge verbod is altijd met raadsels omgeven geweest. Betrokkenen zwegen als het graf en archiefstukken en objecten die te maken hadden met de cultus in Welberg kwamen letterlijk achter slot en grendel in het bisschopshuis in Breda. Zelfs de archivaris kon er niet bij.

Peter Jan Margry, hoogleraar etnologie aan de Universiteit van Amsterdam, doet al tientallen jaren onderzoek naar bedevaartsoorden. Welberg had steeds zijn speciale belangstelling en het was voor hem dan ook een buitenkans dat bisschop Tiny Muskens hem toegang gaf tot het geheime Welberg-archief. En ook paus Franciscus speelde een rol door de archieven uit de tijd van paus Pius XII, toen de affaire zich afspeelde, toegankelijk te maken voor onderzoekers.

In het boek speelt de Welbergse pastoor Janus Ermen een hoofdrol. Hij wist dat als zo’n cultus maar lang genoeg duurt, de bisschop of het Vaticaan op een zeker moment een onderzoek instelt. De rooms-katholieke Kerk staat namelijk op zijn minst ambivalent tegenover dit soort bovennatuurlijke verschijnselen. In de meeste gevallen worden ze niet erkend: Lourdes is dus eigenlijk een uitzondering. De sluwe Ermen wist hoe hij kritische vragen zou kunnen omzeilen en bereidde zich grondig voor op zo’n onderzoek. Mocht Janske sterven dan had hij het materiaal al klaarliggen waarmee het proces voor haar heiligverklaring kon worden begonnen. Van de bisschop van Breda, Petrus Hopmans, had hij niets te vrezen. Die was ervan overtuigd dat er in Welberg wonderen waren geschied en reageerde niet op kritische geluiden.

Het Vaticaan deed dat wel en constateerde dat de zaak berustte op bedrog. Ook kwam uit dat de geestelijke liefde tussen Janske en de pastoor was overgegaan in lichamelijke. Minstens honderd keer hadden ze seks gehad in de biechtstoel. Margry had dit kunnen presenteren als de spectaculaire uitkomst van zijn onderzoek, maar die stoeipartijen zijn voor hem een bijzaak waar hij nauwelijks een alinea aan wijdt. Of er echt bovennatuurlijke zaken zijn gebeurd, is evenmin aan de orde wat hem betreft. Hij wil te weten komen wat er gebeurd is en waarom. Als cultuurhistoricus en etnoloog bestudeert hij als een constructie die door mensen is bedacht.

Zijn onderzoek levert ook veel stof op voor verder onderzoek. Allereerst hoe controlemechanismes in de rooms-katholieke Kerk faalden. Bisschop Hopmans was een besluiteloze, vermoeide oude man die het liefste wegkeek van lastige kwesties. Zijn Roermondse collega Guillaume Lemmens was dol op Janske en kwam regelmatig bij haar op bezoek. De naïeve Lemmens geloofde maar al te graag in bovennatuurlijke zaken. Hij staat voor de anti-intellectualistische stroming binnen de toenmalige kerk die de moderne tijd het hoofd probeerde te bieden met een kinderlijk geloof. Het is ongehoord dat een bisschop zich zo intensief inlaat met een gelovige uit een ander bisdom. Hopmans keek weg.

Ook het celibaat komt aan de orde. Het is opmerkelijk hoe veel geestelijken Janske om raad vroegen omdat zij worstelden met die verplichting. Kennelijk hadden ze daadwerkelijk baat bij de gesprekken met haar. Zij had de touwtjes in handen in dit “spel dat door zo veel vertegenwoordigers van de kerk zo lang symbolisch werd meegespeeld”, schrijft Margry. Hij noemt het ook in internationaal perspectief uitzonderlijk dat zo velen “zich in hun geloof en moraal lieten adviseren en sturen door een lekenzieneres”.

Uiteindelijk was Janske het slachtoffer van de affaire. Zij werd verbannen naar Wouw, waar ze jaar laatste jaren ziek en depressief sleet. Wel bleef zij, vooral telefonisch, contact houden met Ermen. Die bleef pastoor in Welberg, waar er nu een straat naar hem is genoemd. Janske stierf in 1960 en werd op het kerkhof in Welberg begraven. Meer dan duizend mensen uit Nederland, België en Duitsland kwamen naar de uitvaart. Nog tientallen jaren werden er bloemen op het graf gelegd en ook nu ligt het er opvallend goed onderhouden bij – tussen de graven van de pastoors en kapelaans van Welberg.

 

Peter Jan Margry, Vurige liefde. Het geheim rond het Bloedig Bruidje van Welberg. (Amsterdam: Prometheus), 400 blz., ill. ISBN 978 90 446 4858 4. Prijs € 27,50.

Erasmus. Dwarsdenker, Sandra Langereis

Erasmus

Sandra Langereis

€ 39,99

Bekroond portret van een dwarsdenker

Breda doet Erasmus tekort. Dat besef je als je dit boek hebt gelezen. Het pleintje in de Bredase jarenzestigwijk Blauwe Kei krijgt binnenkort weliswaar een grondige opknapbeurt, maar eigenlijk past dit Erasmusplein niet bij de status van deze geleerde en bestsellerauteur.

Rotterdam heeft een universiteit naar hem genoemd. Ook dat is een beetje een twijfelachtige eer want Erasmus had een hekel aan de universitaire wereld – en omgekeerd. Hij studeerde in Parijs en Cambridge en was uiteindelijk gepromoveerd omdat dat nu eenmaal zo hoorde. Een vaste aanstelling aan een universiteit heeft hij nooit aangenomen omdat hij onafhankelijk wilde blijven.

Maar je bent pas echt onafhankelijk als je steenrijk bent. Dat was Erasmus niet. Bijna zijn hele leven was hij op zoek naar manieren om in zijn levensonderhoud te voorzien.

Sandra Langereis vertelt op een levendige manier van zijn pogingen om geld los te krijgen van allerlei mensen, tot en met de paus. Ze vertelt ook van zijn reizen door Europa, hachelijke ondernemingen in die tijd, maar vooral van zijn grote intellectuele prestaties: de nieuwe vertalingen van geschriften uit de oudheid en dan vooral van het Nieuwe Testament.

Vooral door die vertaling kwam hij in botsing met de theologen aan de universiteiten. Dat hij veranderingen aanbracht in eeuwenoude teksten vonden ze onaanvaardbaar. Ze wilden er niet van horen dat die teksten door mensen waren geschreven en overgeschreven en dat er dus onvermijdelijk fouten in stonden.

Erasmus verweet hen dat ze niet geïnteresseerd waren in die teksten, maar wel in allerlei abstracte theologische redeneringen. Hij wilde door nauwkeurige bestudering van de Bijbel dichter bij de bedoeling van de auteurs komen.

Bronnen over het leven van Erasmus zijn er genoeg: zijn correspondentie beslaat meer dan twintig boekdelen. De kunst is om hier een boeiend verhaal van te maken en de teksten te voorzien van een context. Sandra Langereis verstaat die kunst. Ze is dan ook de terechte winnaar van de Libris Geschiedenis Prijs 2021. ‘Een uitzonderlijk boek waardoor je de historische figuur Erasmus als mens leert kennen, met zijn goede én zijn slechte eigenschappen’, aldus de jury. Daar heb ik niets aan toe te voegen.

Blijft nog de vraag waarmee je Erasmus – behalve met deze biografie – het best kunt eren. Een groot plein, een universiteit of een brug? Misschien wel het Erasmusprogramma dat studenten in staat stelt in Europa studenten studies of stages te volgen in een ander land. Erasmus zelf studeerde in verschillende landen en leerde er vele vrienden kennen. Maar dan moeten de studenten door dit programma wel net zulke kritische en onafhankelijke denkers worden als Erasmus.

Sandra Langereis, Erasmus, dwarsdenker (Amsterdam: De Bezige Bij, 2021)

Onder dezelfde sterren, Wim Jurg

Onder dezelfde sterren

Wim Jurg

€ 24,90

Winnaar van de Homerusprijs van het Nederlands Klassiek Verbond, bedoeld voor het boek dat er het best in is geslaagd een brug te slaan tussen de Klassieke Oudheid en het heden.

Sinds de tijd van keizer Augustus had er in de gebouwen van de senaat in Rome een altaar van de godin Victoria gestaan. De christelijke keizer Gratianus had echter het in 382 laten verwijderen. Dit leidde tot herhaalde protesten van Symmachus, de meest vooraanstaande senator van zijn tijd. In de zomer van 384 schreef hij een brief aan de keizers – er waren er toen drie – waarin hij bepleitte dat het beeld zou terugkeren naar de senaat. Zelf was hij geen christen maar hij wilde het christendom niet verbieden. Hij vroeg zich af waarom het niet mogelijk was dat verschillende religies naast elkaar bestonden. ‘We kijken naar dezelfde sterren, de hemel is voor iedereen hetzelfde, dezelfde wereld omringt ons. Wat maakt het uit hoe we naar de waarheid zoeken? Er is meer dan één weg naar zo’n groot geheim. Maar dit is een discussie voor mensen die op hun gemak zijn, wij willen geen conflict maar bieden gebeden aan’, zo schreef hij.

In de tijd van Symmachus leefden christenen en ‘heidenen’ naast elkaar in het Romeinse rijk. Keizer Constantijn de Grote had de christenen in 313 vrijheid van godsdienst geschonken, maar het christendom was nog lang geen staatsgodsdienst. Constantijn zelf had zich pas op zijn sterfbed laten dopen. Dat was in die tijd overigens niet ongebruikelijk. De doop waste alle zonden van je af en omdat je met een been in het graf geen misstappen meer kon begaan, was je er zeker van dat je niet in de hel terecht zou komen als je je pas op het allerlaatst liet dopen.

Dat de keizers niet ingingen op het verzoek van Symmachus, was mede het gevolg van de invloed van Ambrosius, de bisschop van Milaan. Hij zat dicht bij het vuur omdat Milaan in die tijd een van de keizerlijke residenties was. Daarbij was hij een ervaren politicus. Voordat hij door de Milanese christenen bij acclamatie tot bisschop werd gekozen, had hij als gouverneur in de stad gezeteld.

Victoria kwam dus niet meer terug in de gebouwen van de senaat. De traditionele Romeinse godsdienst was nu definitief in de verdediging gedrongen. Keizer Theodosius zou vanaf 392 deze godsdienst verbieden en het christendom feitelijk tot staatsgodsdienst maken.

In zijn boek Onder dezelfde sterren beschrijft Wim Jurg hoe het christendom de dominante godsdienst in het Romeinse rijk werd. Symmachus, Ambrosius en Theodosius zijn de hoofdrolspelers in dit verhaal. Maar van die drie staat Ambrosius het meest in de schijnwerpers. Zijn invloed op de keizer is groot. In de zomer van 390 richtten soldaten een slachting aan onder de inwoners van de stad Thessaloniki. Dit leidde tot grote verontwaardiging in het hele rijk. De keizer werd verantwoordelijk gehouden voor de dood

De Bourgondiërs. Aartsvaders van de Lage Landen. Bart van Loo

De Bourgondiërs

Bart van Loo

€ 39,99

Hoe ambitieuze hertogen de Lage Landen tot een eenheid maakten

Een klassieker: zo wordt dit boek al genoemd: het verhaal van de Bourgondiërs, de aartsvaders van de Lage Landen. Auteur Bart Van Loo laat zien dat zonder deze hertogen Nederland en België waarschijnlijk nooit hadden bestaan. Zij maakten de Lage Landen tot een eenheid. Was die eenheid er nooit geweest, dan hadden ze ook niet in twee delen uiteen kunnen vallen.

Het boek biedt tegenwicht tegen een tendens om geschiedschrijving weer dienstbaar te maken aan het ontwikkelen van een identiteit van een natie. Dat leidt ertoe dat geschiedenis zo geschreven wordt alsof het ontstaan van Nederland, België of Vlaanderen vanaf het begin der tijden vaststond. Natuurlijk leren we over de Romeinen en over Karel de Grote, maar eigenlijk begint de geschiedenis in die optiek pas als het eerste schot van de Tachtigjarige Oorlog klinkt en ‘wij’ onze vrijheid bevechten op de Spanjaarden.

Maar op dat moment eindigt nu juist de hoofdmoot van het betoog van Van Loo, na bijna zeshonderd pagina’s: bepaald geen kort voorspel op het ontstaan van Nederland. Hij heeft dan verteld hoe de Bourgondische hertogen eeuwenlang tevergeefs probeerden een koninkrijk te stichten dat het kon opnemen met het Duitse rijk en Frankrijk. Met als onbedoeld gevolg dat ze hun oorspronkelijke gebied in Frankrijk kwijtraakten en gingen heersen over de Nederlanden.

De toon die Van Loo aanslaat is luchtig, bijna ironisch. Verwacht van hem geen verhalen over wijze heersers en hun heldendaden. Ze waren uit op roem, rijkdom en macht. Die hebben ze bij leven voldoende gekregen, al was het nooit genoeg naar hun zin. Het is dan ook terecht dat Van Loo er niet nog eens een schepje bovenop doet.

En zo kijkt hij lichtelijk geamuseerd toe hoe de Bourgondiërs steeds meer macht verwerven, maar ook net als alle stervelingen te lijden hebben van het noodlot en hun eigen kortzichtigheid. En uit die combinatie van machtshonger, pech en domheid is uiteindelijk het land ontstaan waaraan wij onze identiteit ontlenen. Een ontnuchterende gedachte.

Bart Van Loo, De Bourgondiërs. Aartsvaders van de Lage Landen, Amsterdam: De Bezige Bij 2019. €34.99

Stadsburgers. Stedelijk burgerschap voor de Franse Revolutie

Stadsburgers

Maarten Prak

€ 29,99

Stadsburgers: de macht van de burger voor de Franse Revolutie

De Franse Revolutie bracht ons vrijheid, gelijkheid en broederschap. Voor die tijd heersten koningen, keizers en allerlei soorten adel over onmondige onderdanen. Pas daarna kregen de burgers iets te zeggen. Dat is het heersende beeld. Maarten Prak zet dit beeld met zijn boek Stadsburgers op zijn kop. De Franse Revolutie betekende juist dat met name stadsburgers minder te zeggen kregen.

Prak is hoogleraar sociale en economische geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Zijn specialisatie is stadsgeschiedenis van de Middeleeuwen en de Vroegmoderne Tijd, zeg maar de periode tot 1795.

Zijn onderzoek toont aan dat stadsburgers in de eeuwen voor de Franse Revolutie behoorlijk wat invloed hadden op het bestuur van de stad. Dat kon bijvoorbeeld via gilden of schutterijen, maar ook door zelf aan het bestuur van de stad deel te nemen. En ook moest de koning, hertog, graaf of welke andere adellijke heer van de stad er altijd rekening mee houden dat de burgerij in opstand kon komen.

In zijn boek geeft Prak een overzicht van de manier waarom burgers invloed uitoefenden op het bestuur van hun stad in Europa, maar ook in Amerika, het Midden-Oosten en Azië. Hij verontschuldigt zich daarbij voor het feit dat hij niet alle literatuur heeft kunnen lezen omdat hij onder meer het Turks en het Chinees niet machtig is.

Maar er is tegenwoordig veel literatuur over de geschiedenis van alle delen van de wereld beschikbaar in het Engels. Dat is een van de positieve kanten van de internationalisering van het vak geschiedenis. Prak is niet bang om daar gebruik van te maken en blijft zo niet hangen in detailstudies.

Hoeveel invloed burgers hadden op het stadsbestuur varieerde uiteraard naar tijd en plaats: we hebben het over drie continenten en tien eeuwen. Nooit waren het democratieën zoals de onze. Maar toch betekenden de Franse Revolutie en de opkomst van de centraal bestuurde natiestaat in de negentiende eeuw een achteruitgang van het aantal mensen dat invloed kon uitoefenen op het bestuur. Pas in de twintigste eeuw kwam de ommekeer met de invoering van het algemeen stemrecht.

In zijn conclusie beveelt Prak een herwaardering aan van het stadsburgerschap. Dat betekent het overhevelen van bevoegdheden van nationale naar plaatselijke overheden om een nieuw evenwicht te vinden. ‘Een “gestapelde” of “gelaagde” vorm van burgerschap (lokaal - nationaal - EU) zou de mogelijkheid bieden om de betrokkenheid die de kracht van het plaatselijk burgerschap uitmaken, te verbinden aan de gelijkheid en vrijheid waar nationaal burgerschap zijn voornaamste kracht aan ontleent’, zo schrijft hij.

Maarten Prak, Stadsburgers. Stedelijk burgerschap voor de Franse Revolutie Amsterdam: Prometheus 2019, 346 p. € 29,99 Isbn 978 90 446 4141 7.

Nederlandse bevrijdingsoorlog. De rafelranden van een grimmige strijd

Nederlandse Bevrijdingsoorlog

Anne Doedens ; Liek Mulder

€ 24,99

De Nederlandse bevrijdingsoorlog: een drama dat goed afliep

Tussen september 1944 en mei 1945 speelde zich een van de meest dramatische gebeurtenissen in de Nederlandse geschiedenis af, maar zo wordt de bevrijding van Nederland meestal niet beschreven. We denken dan aan juichende menigten die de bevrijders verwelkomen. Maar als je alle feiten op een rijtje zet, zie je de ongekende gevolgen van de gevechten.

Anne Doedens en Liek Mulder zetten al deze feiten op een rijtje. Van de bevrijding van de eerste stukjes Zeeuws-Vlaanderen en Limburg tot het laatste waddeneiland. Met alle fouten en die daarmee gepaard gingen, waarvan de operatie Marked Garden wel de grootste was. Niet alleen mislukte deze poging om snel in Duitsland door te dringen en de oorlog voor kerstmis 1944 te beëindigen, maar ook duurde het daardoor langer voordat de aandacht van de geallieerden uitging naar Antwerpen en de Westerschelde. Hadden ze dat wel gedaan, dan was die vitale aanvoerroute eerder in hun handen gekomen.

Overigens maken de auteurs niet de fout om achteraf te gaan bepalen hoe de strijd had moeten verlopen. Ze geven een feitelijk en soms wel heel gedetailleerd verslag van de strijd en ook van de slachtoffers die er onder de burgers vielen. Je realiseert je dan ook hoeveel schade er is aangericht: hele dorpen werden met de grond gelijk gemaakt, steden volledig ontruimd.

Dat is wat de auteurs beogen: laten zien wat de gevechten rond de bevrijding voor de Nederlandse bevolking betekenden. Ze signaleren dat de Tweede Wereldoorlog steeds minder als een op zichzelf staand verschijnsel wordt beschouwd, ‘maar om inzicht in de gruwelijkheid van oorlogen in het algemeen en de verschrikkingen van genociden zoals in Rwanda’.

Daarmee verdwijnt de aandacht voor de ervaringen van de generatie die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Nu deze generatie verdwijnt, moet er aandacht zijn voor de concrete verloop van de oorlog want alleen zo kunnen latere generaties zich inleven in wat hun voorouders hebben meegemaakt, zo vinden ze – terecht.

Anne Doedens en Liek Mulder, Nederlandse bevrijdingsoorlog. De rafelranden van een grimmige strijd, Zuthpen: Walburg Pers 2020.

Lotharingia. Een persoonlijke geschiedenis van Europa's Grote Breuklijn, van de Lage Landen tot aan het Jura gebergte

Lotharingia

Simon Winder

€ 39,99

Lotharingia: reisgids langs een historische breuklijn

Na de dood van Karel de Grote viel zijn rijk uit elkaar. Zijn kleinzoons verdeelden het in drieën en vervolgens werd het middelste gedeelte nog eens een keer in stukken geknipt. Het noordelijke deel kwam in 855 in handen van hertog Lotharius II. Zijn hertogdom omvatte Noordoost Frankrijk tot aan Zwitserland, het gebied tussen Schelde en Rijn in Nederland en België en in Duitsland onder meer de steden Aken, Keulen, Koblenz en Trier.

Al snel werd het hertogdom prooi van de twee belangrijkste restanten van het rijk van Karel de Grote: Frankrijk en het Duitse rijk. Maar de titel ‘hertog van Lotharingen’ bleef prestigieus. En natuurlijk is het nog steeds een bekende streek in het noord-oosten van Frankrijk.

De grote centra van de macht in Europa bevonden zich steeds buiten het oude Lotharingen en door de eeuwen heen werden er talloze oorlogen uitgevochten.

Lotharinghia is het derde deel van de trilogie van de Britse schrijver Simon Winder. Eerder verschenen van hem Germania en Danubia. Zijn invalshoek in origineel: meestal wordt geschiedenis geschreven vanuit de centra van de macht. Het voormalige Lotharingen is juist een gebied dat verscheurd en verwoest werd door de ambities van machthebbers elders.

Hoewel, op den duur ontstonden er in het gebied twee machtsfactoren van belang. In het zuiden Zwitserland, dat eeuwenlang zijn onafhankelijkheid en neutraliteit wist te handhaven. En in het noorden Nederland, dat als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden even een wereldmacht was.

Het is altijd aardig om te zien hoe een buitenlander tegen de Nederlandse geschiedenis aankijkt: zijn Britse publiek weet nu waarom het Nederlands elftal in het oranje speelt. Maar je kunt hem ook op foutjes betrappen. Per trein op weg naar Dordrecht ziet hij als hij over het Hollands Diep gaat de toren van de Grote Kerk van Dordrecht. Dat kan niet: zijn herinnering voegt die tocht waarschijnlijk samen met een treinrit over de Oude Maas. En hij heeft het over de ‘Spaanse Poort’ in Breda: het Spanjaardsgat lost in translation.

Over Breda schrijft hij verder: ’Toen ik op een dag ver buiten het centrum van Breda verdwaald raakte, maakte ik er een spoedcursus in de smaakvolle, verwrongen en gevarieerde Nederlandse architectuur van na 1918 van. In die tijd was de donkere baksteen populair en daarvan werden huizen met rare schoorstenen, karaktervol bewerkte buitenportalen en zonderlinge ramen gebouwd.’ Je vraagt je af waar hij heeft rondgedwaald. De Ginnekenweg? De Baronielaan?

Hij is hoe dan ook ongetwijfeld in Breda geweest. De grootste kwaliteit van het boek is namelijk de reislust die het etaleert. Winder is als een reisleider die in hoog tempo allerlei feiten en namen uitstrooit over zijn toehoorders die hem soms met moeite kunnen volgen. Het is dan ook goed dat de vertalers hier en daar uitleg geven.

Je merkt dat Winder het jammer vindt dat zijn boek af is. Nu heeft hij geen aanleiding meer om al die plaatsen die hij beschrijft te bezoeken. Zijn enthousiasme is zo groot dat de lezer zin krijgt om zelf eens naar plaatsen als Calais of Doornik te gaan. Om Mechelen te bekijken met zijn ogen of om in Lille te gaan zien of de schilderijen die hij noemt echt zo lelijk zijn. Winder zelf zal ongetwijfeld weer een aanleiding vinden om op reis te gaan. En het zal weer een inspirerend boek opleveren.

Simon Winder, Lotharingia. Een persoonlijke geschiedenis van Europa’s Grote Breuklijn, van de Lage Landen tot aan het Juragebergte, Amsterdam: Spectrum. € 34,99, ISBN 978 90 00 34845 9

1939:De oorlog die niemand wilde

1939

Frederick Taylor

€ 34,99

1939: de oorlog die niemand wilde

Herinneringen die jaren later worden opgeschreven, zijn vaak aangetast door latere ervaringen en gebeurtenissen. Daarom zijn historici ook zo blij met dagboeken: ze geven weer wat de schrijver op dat moment voelde en dacht.

Vooral in turbulente tijden hebben mensen de behoefte om hun gedachten op papier te zetten. Er zijn dan ook talloze dagboeken uit de Tweede Wereldoorlog bewaard gebleven. Dat grote aantal vormt een probleem. Een tweede probleem is dat elk dagboek slechts een klein facet van de oorlog beschrijft. Niet elk leven is zo dramatisch als dat van Anne Frank en niet elk dagboek heeft de literaire waarde van dat van Etty Hillesum.

Maar het is de moeite waard om de grote hoeveelheid dagboeken door te spitten. Dat blijkt uit dit boek van Frederick Taylor. Hij combineerde de gegevens uit dagboeken uit verschillende landen met krantenberichten, interviews en met de gebeurtenissen uit de grote politiek. Aan de hand van zijn verhaal ontvouwt zich het drama dat zich in 1939 afspeelde: een continent dat afstevende op een oorlog die niemand wilde: de Duitsers niet, de Engelsen niet en zelfs Hitler niet.

Hiermee laat Taylor de lezer met nieuwe ogen kijken naar bekende feiten zoals het mislukte akkoord van München. De Kristallnacht komt ineens heel dichtbij als je die bekijkt door de ogen van een inwoonster van Berlijn die opeens doodsbange joodse vrienden aan de deur krijgt.

Het grote probleem met geschiedschrijving is dat je altijd al weet hoe het afloopt. 1939 is een geslaagde poging om je even te verplaatsen in de situatie van toen. Al kun je de jaren die daarna volgden nooit helemaal vergeten.

Frederick Taylor, De oorlog die niemand wilde, Amsterdam: Spectrum.

Zijn naam is klein. Piet Hein en het omstreden verleden

Zijn naam is klein

Simon Rozendaal

€ 17,50

Trots op onze geschiedenis kunnen we al lang niet meer zijn, zo lijkt, sinds onze welvaart gebouwd bleek op geweld en slavernij. Een voor een vielen de vaderlandse helden van hun voetstuk. Is het nu de beurt aan Piet Hein?

Dat valt wel mee. Piet Hein stierf voordat de West Indische Compagnie zich met slavenhandel bezig ging houden en hij behandelde zijn tegenstanders en mensen van een ander ras altijd met respect, zo schrijft Simon Rozendaal in zijn biografie van deze zeeheld.

Kunnen we het boek van Rozendaal verder ongelezen laten omdat we de conclusie nu al weten? Dat zou jammer zijn. Rozendaal maakt veel omwegen in zijn verhaal. Hij snuffelt als een hondje overal rond, zoals hij het zelf formuleert. We komen te weten hoe het stonk, of beter hoe iedereen stonk, in de tijd van Piet Hein.

Uiteraard komen we veel over Piet Hein te weten: dat de zilvervloot hem eigenlijk min of meer in de schoot werd geworpen en dat hij zijn echte heldendaden in het tegenwoordige Brazilië verricht heeft. Als het aan hem gelegen had, werd daar nu geen Portugees maar Nederlands gesproken.

We leren van de de geschiedenis van zijn geboorteplaats Delfshaven, dat in plaats van Rotterdam een belangrijke haven had kunnen worden als de Delftenaren hun eigen haven niet zo hadden tegengewerkt. En dat de Hollanders al voordat de Gouden Eeuw aanbrak welvarend waren geworden, onder meer door de haringvangst.

Dat de Hollanders al rijk waren voordat ze zich in koloniale avonturen stortten is van belang: Rozendaal toont aan dat Hollands welvaren niet uitsluitend op slavenhandel en kolonialisme gebaseerd was. Om koloniaal bezit te verwerven moest je juist voldoende kapitaal hebben om in overzeese handel te investeren.

Rozendaal is geen historicus. Als wetenschapsjournalist schrijft hij doorgaans over de natuurwetenschappen. Zijn boek is ook niet gebaseerd op bronnenonderzoek, maar op bestaande literatuur. Die bekijkt hij in het licht van de huidige discussie over slavenhandel en kolonialisme. Hij doet dat net zo kritisch en nuchter als in zijn boek over klimaatverandering Warme aarde, koel hoofd.

Heeft een historicus dan geen kanttekeningen bij Zijn naam is klein? Jawel, bijvoorbeeld dat Rozendaal de middeleeuwen wegzet als een periode van onwetendheid en bijgeloof. Historici weten al lang dat dat niet zo was. Misschien dat Rozendaal zich eens in dat onderwerp zou moeten verdiepen. Het zou ongetwijfeld weer een prachtboek opleveren.

Simon Rozendaal, Zijn naam is klein. Piet Hein en het omstreden verleden, Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact, 2019.

De rafelranden van Europa

De rafelranden van Europa

Ivo van de Wijdeven

€ 25,99

Recensie door Jan Brouwers

Europa wordt in onze dagen van drie kanten bedreigd: in het Oosten ontpopt Vladimir Poetin zich als een nieuwe tsaar, die zijn rijk naar het westen wil uitbreiden, vanuit het Midden-Oosten ontvluchten miljoenen de chaos en burgeroorlog en vanuit het zuiden even zovelen de armoede.

Ivo van de Wijdeven, politiek analist bij het Ministerie van Algemene Zaken, nam een sabbatical om de historische achtergronden van deze dreigingen op een rijtje te zetten, want die miste hij voortdurend al deze problemen werden besproken in de media.

Hij nam de gelegenheid te baat om zich uitgebreid te verdiepen in de geschiedenis van Rusland, het Ottomaanse Rijk en Afrika. Het resultaat is een boek met erg veel details, maar ook met veel nieuwe inzichten. Van de Wijdeven interpreteert weinig, maar laat als goed historicus zo veel mogelijk de feiten spreken. En dan valt bijvoorbeeld meteen op dat telkens als het over Oekraïne gaat er sprake is van een oostelijk deel onder Russische en een westelijk deel onder Poolse invloed.

Poolse invloed in Oekraïne? Inderdaad: de Polen hebben trouwens een keer Moskou aangevallen, net als de Zweden. Napoleon en Hitler waren niet de enigen die Rusland vanuit het westen bedreigden.

Dat zijn enkele saillante feiten die het boek biedt, naast de grote lijnen in de geschiedenis van de afgelopen eeuwen. In de negentiende en twintigste eeuw beheersten de West-Europese landen Afrika en het Midden-Oosten. Na hun aftocht lieten de Europeanen landen achter met volkomen willekeurig getrokken grenzen en zonder behoorlijk bestuur. Een prima voedingsbodem voor onstabiliteit, burgeroorlog en armoede. En voor grote stromen vluchtelingen.

In het laatste hoofdstuk geeft Van de Wijdeven, alweer in grote lijnen en met veel detail, de geschiedenis van Europa weer. Het is natuurlijk een geschiedenis van oorlog, maar ook van pogingen om stabiliteit te verkrijgen. Vooral dat laatste mag wel eens onder de aandacht worden gebracht.

De Vrede van Westfalen, die een einde maakte aan de Tachtigjarige Oorlog, maar ook aan de Dertigjarige Oorlog die je als een Europese oorlog kunt beschouwen, legde de basis voor de moderne soevereine staat. Grenzen met hekken, slagbomen en grenscontroles zijn er trouwens eigenlijk pas sinds het begin van de twintigste eeuw – ook weer zo’n ontnuchterend inzicht voor wie denkt dat de Europese landen zich al eeuwen ingraven en pas de laatste jaren hun poorten wijd hebben opengezet.

Zo geeft dit boek inderdaad op veel punten de nodige relativering. Het leest soms als een samenvatting van een handboek Wereldgeschiedenis, maar voor wie de waan van de dag eens achter zich wil laten en de gebeurtenissen van vandaag in een historisch perspectief wil plaatsen, is dit een heel nuttig boek.

Ivo van de Wijdeven, De rafelranden van Europa (Houten, Antwerpen: Spectrum 2016) 301 p. Isbn 978 90 00 347420 1. € 22,50

Eene innige vereeniging

'Een innige vereeniging'

Wilfried Uitterhoeve

€ 19,95

Bespreking door Jan Brouwers:

Hoe Nederland en België in 1815 verenigd werden

In 1815 bepaalden de Europese grootmachten dat er ten noorden van het verslagen Frankrijk een sterke staat moest komen. Dat werd het koninkrijk der verenigde Nederlanden van Willem I. Aldus de korte versie van het verhaal, dat we allemaal kennen.

Maar zo eenvoudig is het niet gegaan. Wilfried Uitterhoeve beschrijft de diplomatieke verwikkelingen die ertoe leidden dat Nederland, België én Luxemburg hun huidige vorm kregen.

Uitterhoeve laat zien hoe Willem I er alles aan deed om zijn koninkrijk te krijgen. Een koninkrijk dat tot aan Koblenz moest reiken zodat ook zijn Duitse bezittingen als Dillenburg erin pasten.

Het waren vooral de Pruisen die hem de voet dwars zetten omdat ze zelf een oogje hadden op het Rijnland. Zo kwam de huidige grens tussen Nederland en Duitsland tot stand en ook de merkwaardige status van Luxemburg met zijn personele unie met het Nederlandse vorstenhuis.

En dan was er de vanaf het begin af aan problematische relatie tussen Noord en Zuid. Willem I had de grootste moeite om zijn grondwet in het Zuiden aanvaard te krijgen. Vooral omdat deze de macht van de rooms-katholieke kerk inperkte.

Uiteindelijk kreeg hij dan toch zijn koninkrijk, maar het was wel een staat met een ingebakken conflict dat vijftien jaar later met de Belgische opstand tot uitbarsting zou komen.

Wilfried Uitterhoeven, Eene innige vereeniging. Naar één koninkrijk van Nederland en België in 1815

Nijmegen: Vantilt 2015

 

Lodewijk XIV en Willem III

Oranje tegen de Zonnekoning

Luc Panhuysen

€ 34,99

Lodewijk XIV en Willem III: de strijd om Europa

Een dubbelbiografie: zo zou je dit boek kunnen noemen. Aan de ene kant een man die voorbestemd was om het machtigste land van Europa te gaan leiden: Lodewijk XIV, de Franse zonnekoning. Aan de andere kant een man die aanvankelijk buitenspel stond: Willem III van Oranje-Nassau. Zijn prestige ontleende hij aan zijn afstamming. Hij was familie van de grondleggers van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden: Willem van Oranje, Maurits en Frederik Hendrik. Maar zijn macht werd beperkt door de Hollandse regenten die de macht van de Oranjes hadden ingeperkt.

Dat deze Willem III de grote opponent van Lodewijk XIV werd, had de Franse koning aan zichzelf te danken. Door zijn inval in de Republiek tijdens het rampjaar 1672 was Willem alsnog aan de macht gekomen. De rest van zijn leven zou hij wijden aan het inperken van de de Fransen.

Beide mannen hebben elkaar nooit ontmoet en evenmin hebben ze ooit in een veldslag van het kaliber van Waterloo tegenover elkaar gestaan. Oorlog voeren betekende in die tijd vooral steden belegeren. Diplomatie was zeker zo belangrijk, in ieder geval voor Willem die voortdurend coalities moest smeden tegen Frankrijk. En die natuurlijk een grote slag sloeg door te trouwen met Mary, waardoor hij koning van Engeland werd.

Nog meer dan in de diplomatieke verhoudingen worden we in dit boek ingewijd in de verwikkelingen aan de hoven van de beide vorsten. De intriges die mede het gevolg waren van de buitenechtelijke activiteiten van Lodewijk komen uitgebreid aan de orde. Bij Willem valt vooral op hoe hij oude vrienden kon laten vallen.

Ook de karakters van beide mannen komen goed uit de verf. De flamboyante Lodewijk zien we veranderen in een tandeloze oude man, geplaagd door jicht. Willem bleef steeds dezelfde sikkeneurige calvinist, die niets van de uiterlijkheden van het koningschap moest hebben en het vertikte om zelfs maar even te wuiven als zijn onderdanen hem toejuichten.

Aan het eind van zijn leven kon Willem tevreden constateren dat het hem gelukt was Frankrijk in te tomen. Lodewijk daarentegen besefte dat hij met zijn agressieve houding tegenover de rest van Europa weinig was opgeschoten. Bovendien had hij zijn zoons een voor een zien sterven. Dankzij zijn kleinzoon Lodewijk XV bleef zijn dynastie nog even voortbestaan.

Maar de voortdurende oorlogen hadden Frankrijk uitgeput. Economisch en sociaal was het land onstabiel en dat leidde uiteindelijk tot de Franse Revolutie die zijn achterkleinzoon de kop zou kosten.

Luc Panhuysen, Oranje tegen de Zonnekoning. De strijd van Willem III en Lodewijk XIV om Europa, Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2016.

De Nederlandse paus. Adrianus van Utrecht, 1459–1523

De Nederlandse paus

Twan Geurts

€ 29,99

Adrianus van Utrecht, paus en stadhouder van Spanje

Nederlanders houden niet van heldenverering. Ook verdienstelijke landgenoten zetten ze niet snel op een voetstuk. Bescheidenheid is een deugd, maar je moet niet overdrijven.

Neem nu Adrianus VI: paus van 1522 tot 1523. In Nederland staat hij bekend als een man vol goede bedoelingen die niets voor elkaar kreeg. Inderdaad was hij effectief nauwelijks een jaar paus en slaagde hij er niet in om enige verandering te brengen in de corrupte staat van het bestuur van de kerk. Maar hem beoordelen op deze korte periode doet hem onrecht aan.

Twan Geurts laat dat zien in een uitvoerige biografie van Adrianus van Utrecht. De korte periode in Rome is natuurlijk een belangrijk onderdeel, maar staat niet centraal. Adrianus was een vooraanstaand theoloog aan de universiteit van Leuven. Vervolgens werd hij mentor van de latere keizer Karel V. Die had zo veel vertrouwen in hem, dat hij hem het bestuur over Spanje toevertrouwde.

Karel regeerde, zoals we weten, over een wereldrijk waar de zon nooit onderging. Het bestuur over Spanje liet hij daarom aan anderen over. Meestal waren dat Vlamingen, die zich in Spanje niet erg geliefd maakten. De Spanjaarden hielden er niet van om door vreemden geregeerd te worden, zeker niet wanneer die zich ten koste van de inwoners van het land verrijkten.

Adrianus was een uitzondering. Nog steeds wordt er met veel respect over hem gesproken in Spanje, zelfs al was hij verantwoordelijk voor het neerslaan van een opstand tegen het gezag van Karel V.

Als paus had hij grote hervormingen kunnen doorvoeren, als hij daarvoor de tijd en de tact had gehad. In Spanje had hij zich als buitenlander kunnen handhaven en had zich zelfs geliefd gemaakt. In Rome lukte hem dat niet. Als buitenstaander ontbrak het hem aan steun van ervaren bestuurders in het Vaticaan en bovendien speelde zijn onbegrip voor de Italiaanse cultuur hem op. Zo ontstond het beeld van de botte haring etende Noorderling die iedereen tegen zich in het harnas joeg.

En dat terwijl hij zelfs een handreiking had gedaan naar Luther, de man die door zijn voorganger uit de kerk was gezet. Adrianus erkende dat de kerk van Rome fouten had gemaakt. Een ongekende uitspraak: pas in 2000 zou een paus, Johannes Paulus II, opnieuw dergelijke woorden over zijn lippen krijgen.

Met deze biografie doet Twan Geurts recht aan een groot Nederlander – dat Nederland toen nog niet bestond, laten we maar even buiten beschouwing, die in Nederland zeker zo veel waardering verdient als in Spanje.

Twan Geurts, De Nederlandse paus. Adrianus van Utrecht, 1459–1523, Amsterdam: Balans, 2017.

Beknopte geschiedenis van Nederland James C. Kennedy

Een beknopte geschiedenis van Nederland

James C. Kennedy

€ 25,00

Nederlanders mogen best trots zijn op hun land en hun verleden. Dat vindt de Amerikaanse historicus James C. Kennedy. Hij is gespecialiseerd in de Nederlandse geschiedenis en woont en werkt al jaren in ons land. Tegenwoordig is hij hoogleraar aan de Universiteit Utrecht.

Kennedy beschrijft in zijn ‘Beknopte geschiedenis van Nederland’ hoe de Nederlanders gedurende meer dan duizend jaar in een moeras aan de periferie van Europa een goed georganiseerde en welvarende samenleving opbouwden. Daarbij houdt hij wel een kritische distantie: die welvaart ging vaak ten koste van anderen, bijvoorbeeld van de armen in de steden en van de slaven die de Nederlanders verhandelden.

Ook de strijd tegen het water was minder succesvol dan we denken. Het dwong de bewoners van de delta van Rijn, Maas en Schelde tot weliswaar tot samenwerking, maar de maatregelen die werden genomen waren niet altijd effectief. Ook de tolerantie waar de Nederlanders zich zo graag op laten voorstaan bekijkt hij met een kritische blik: zo uniek was die tolerantie niet.

Kennedy geeft een beschrijving van de geschiedenis vanaf de allereerste bewoners tot nu. Daarbij vermijdt hij de vroege geschiedenis te beschrijven als een voorspel op de huidige tijd. De geschiedenis had ook heel anders kunnen lopen.

Ook weet hij te voorkomen dat de geschiedenis van het graafschap Holland wordt gepresenteerd als de geschiedenis van Nederland in de Middeleeuwen. Natuurlijk werd dat later het belangrijkste deel van het land, maar hij behandelt ook de andere delen van Nederland op een evenwichtige manier. Brabanders behoeven zich dus niet te beklagen over ‘hollandocentrische’ geschiedschrijving, al zal het inwoners van ’s-Hertogenbosch verdrieten dat Kennedy hun stad consequent ‘Den Bosch’ noemt.

Deze beknopte geschiedenis van Nederland biedt veel informatie en is gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten. De grote informatiedichtheid vergt de nodige concentratie, maar wie het boek gelezen heeft, is weer helemaal bij als het gaat om de geschiedenis van Nederland. Want voor de echte liefhebber hoeft die niet altijd in hapklare brokken als canon, in vensters of wat dan ook te worden opgediend.

James C. Kennedy, Een beknopte geschiedenis van Nederland, Amsterdam: Prometheus, 2017.

Clementine: een leven met Churchill

Clementine

Sonia Purnell

€ 24,99

Zijn politieke carrière ging hem voor alles en hij leefde op te grote voet. Zijn vrouw maakte zich daar voortdurend zorgen over, maar die zorgen deelde hij niet. Ze stond er alleen voor: financiële problemen, de opvoeding van de kinderen: ze werd er wanhopig van.

We hebben het over Clementine Churchill, de vrouw van Winston. Ondanks zijn egocentrische gedrag bleef ze hem steunen, vooral  tijdens de Tweede Wereldoorlog. In die tijd kwam ze zelfs uit de schaduw van haar echtgenoot. Winston mocht dan wel het gebombardeerde Londen bezoeken en de getroffen inwoners een hart onder de riem steken, het was Clementine die daadwerkelijk iets deed om hun leven dragelijker te maken.

Tegelijkertijd stond ze haar man als een first lady terzijde. Of eigenlijk nog meer: ze wist haar diplomatieke talent in te zetten om de Amerikanen in te palmen. Het was er Winston alles aan gelegen om hun steun te verwerven want zonder hen zou Groot-Brittannië de strijd nooit kunnen winnen.

De Amerikaanse first lady Eleanor Roosevelt trad veel meer op de voorgrond, maar niet als steun en toeverlaat van haar man – van wie ze feitelijk gescheiden leefde. Clementine Churchill daarentegen was onmisbaar voor Winston.

Mede doordat ze zo op de achtergrond bleef, is de geschiedschrijving aan haar voorbij gegaan. Zelfs Winston Churchill wijdde slechts enkele regels aan haar in zijn zesdelige geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Aan gebrek aan archiefmateriaal kon het niet liggen, het wachten was op iemand die er gebruik van zou maken.

Dat werd Sonia Purnell die haar nu de plaats in de geschiedenis geeft en daarmee ook de biografie van Winston Churchill herschreven heeft.

Sonia Purnell, Clementine. Een leven met Winston Churchill, Elburg: Karmijn, 2017.

De tempeliers. De opkomst en ondergang van de tempelridders

De Tempeliers

Dan Jones

€ 29,99

Eigenlijk is dit een boek over de Kruistochten. Het bevat uitvoerige beschrijvingen van de vijandelijkheden van de eerste kruistocht die begon in 1096 en die leidde tot de verovering van Jeruzalem door de christelijke strijders tot de val van hun laatste bolwerken in 1291. In deze strijd speelden tempeliers een hoofdrol. Op het slagveld omdat de de elitetroepen van de christenen waren: goed georganiseerd en gedisciplineerd, in tegenstelling tot veel andere Europese ridders.

Ook in financieel opzicht was hun bijdrage onmisbaar. Ze waren schatrijk door het geld en de landgoederen die hen waren geschonken. Bovendien hadden ze een efficiënt systeem waardoor om in heel Europa en het Midden-Oosten betalingen te doen. Menig vorst leende geld van de tempeliers.

Hun populariteit, en daarmee hun rijkdom, hadden ze voor een groot deel te danken aan Bernardus van Clairvaux. Hij had de orde der Cisterciënzers tot bloei gebracht. Zij waren teruggekeerd naar het eenvoudige leven dat de H. Benedictus voor ogen had toen hij de orde van de Benedictijnen stichtte. Diezelfde eenvoud kenmerkte de tempeliers. Bernardus schreef hun regel en maakte hen zo een orde van strijdende monniken.

Het zou interessant zijn om het ideaal dat Bernardus voor ogen had te vergelijken met de veranderingen in het ridderideaal van die tijd. Van een ongeletterde vechtjas veranderde de ridder in een beschaafd man die opkwam voor de zwakkeren en die geïnspireerd werd door deugden als rechtvaardigheid en trouw. Beïnvloedden de tempeliers deze ontwikkeling of werden ze erdoor beïnvloed? Verder is de organisatie de tempeliers opmerkelijk: op het slagveld, in het financiële verkeer en als exploitanten van landgoederen. En dan is er nog het religieuze aspect: hoe moeten we de opkomst van de ridderorden als de tempeliers zien in de ontwikkeling van de kerk als geheel?

Het boeiendste hoofdstuk is eigenlijk dat over de ondergang van de tempeliers. De Franse koning Filips IV had zo veel geld geleend van hen dat hij in 1307 besloot korte metten te maken met de orde en dat lukte hem binnen korte tijd. Voor velen is het een raadsel hoe een machtige organisatie als die van de tempeliers zo snel ten onder kon gaan. Het antwoord is dat Filips IV het recept gebruikte van elke meedogenloze heerser: een giftige cocktail van leugens, intimidatie en geweld.

Dan Jones, De tempeliers. De opkomst en ondergang van de tempelridders
Uitgever: Omniboek
Pagina’s: 480 | € 30,-
ISBN: 978 9401 9142 84

Wijvenwereld: De Brabantse vrouw in de middeleeuwse stad

Wijvenwereld

Jelle Haemers ; Andrea Bardyn ; Chanelle Delameillieure

€ 27,50

Wijvenwereld: De Brabantse vrouw in de middeleeuwse stad

Mannen en vrouwen waren tijdens de Middeleeuwen. De man maakte de dienst uit, maar toch was de vrouw niet volkomen machteloos. Vrouwen dreven handel, hadden hun plaats in het openbare leven. Ook het toenmalige erfrecht maakte het hen mogelijk bezittingen te verwerven en daarmee aanzien en macht.

Dat die geschiedenis nog nauwelijks is geschreven, ligt voor een deel aan de aard van het bronnenmateriaal. De kronieken uit die tijd spreken nu eenmaal vooral van de daden van heersers, voornamelijk mannen. De aktes met de transacties waaruit de rol van de vrouwen blijkt, maken deel uit van omvangrijke archieven waarin het moeilijk zoeken is. In sommige steden werden er wel vierduizend per jaar opgesteld in handschriften die alleen specialisten kunnen lezen en interpreteren.

Tenminste: tot voor kort. Ook veel middeleeuwse stadsarchieven zijn tegenwoordig digitaal ontsloten. Zo kunnen onderzoekers veel sneller zoeken in de grote hoeveelheid informatie. Het leverde het boek Wijvenwereld op. Drie Vlaamse onderzoekers laten zien hoe vrouwen hun stem lieten horen, handel dreven en ambachten uitoefenden, welke rechten ze hadden, in het openbare leven en thuis.

Het onderzoek gaat over het hertogdom Brabant en dan vooral op de grote steden van die tijd: Leuven, Brussel en Antwerpen. Ook Breda komt even aan de orde. Natuurlijk vanwege het begijnhof: een vrouwenwereld binnen de stad. Zij het onder toezicht van een priester: ook hier bleef de man aan de top staan.

Breda komt ook nog even voor in een ander hoofdstuk: dat over ‘Vrijende vrouwen, seksualiteit, instemming en prostitutie’. In 1492 begon het stadsbestuur namelijk met de bouw van een stove, een badhuis. Elke stad had er wel een en vaak deden die ook dienst als bordeel. De bouw van de stove maakte deel uit van de wederopbouw van de stad na de brand van 1490. Bijzonder was dat de stad aanvankelijk zelf de exploitatie ter hand nam. Dát was bijzonder. Niet het feit dat de stad de stove na een aantal jaren liet uitbaten door een vrouw. Wie het boek gelezen heeft, verwondert zich daar niet meer over.

Jelle Haemers, Andrea Bardyn & Channelle Delameillieure (red.), Wijvenwereld. Vrouwen in de middeleeuwse stad, Antwerpen: Vrijdag.

pro-mbooks3 : libris