De ruilverkaveling van 1957 tot en met 1963 is een belangrijke periode in de geschiedenis van Roelofarendsveen. De grootschalige herstructurering en investeringen in het kader van streekverbetering werden voorafgegaan door vele jaren van bittere armoede. Er moest iets gebeuren om de tuinbouw in het dorp perspectief te bieden.
De armoede in Roelofarendsveen begon met de Beurskrach in 1929 en hield jarenlang aan. De tuinbouwproducten brachten weinig op en de schulden konden niet meer worden afgelost. Daar kwam bij dat de combinatie van grote gezinnen en weinig beroepsmogelijkheden uiteindelijk had geleid tot een enorme versplintering van het eeuwenoude tuinbouwgebied.
Veel bedrijven bestonden uit verspreid liggende akkers. De toestand van het oude tuinbouwgebied was uitzichtloos.
Door herschikking van de bedrijven en uitplaatsing naar de Gogerpolder ontstonden er grotere percelen met mogelijkheden om te investeren. Daarmee legde de ruilverkaveling de basis voor de modernisering van Roelofarendsveen.