De sinoloog Balfour treft rond 1880 in een aan de rotswand gekleefde tempel een oude Boeddhistische kluizenaar, Shih Shan. De man is in de zeventig, heeft een volle witte baard, vervilte haren en draagt voddige kleren. Hij zit in de lotushouding, verkerend in ‘de staat van niet denken’.
Ondanks zijn teruggetrokken leven neemt hij op intelligente wijze deel aan het gesprek. Als Balfour afscheid wil nemen valt zijn oog op een stapeltje voddige boeken; er één oppakkend vindt hij een handgeschreven kopie van Lao Zi's Qing Jing Jing. Als hij het wil kopen schenkt Shih Shan het hem.
In dit boek deze Qing Jing Jing en een geschrift uit dezelfde traditie, Lao Zi ‘s Nei Riyong Jing, beide met toelichting. De geschriften zijn nog niet eerder in het Nederlands ver- of hertaald. De wijze waarop ze toegelicht worden door een beoefenaar van het Zenboeddhisme is ook internationaal geheel nieuw. De richtlijnen voor meditatie van Lao Zi zijn relativerend voor eenieder die vast zit in zijn emoties en gedachten.
Dit boek is van belang voor geïnteresseerden in meditatie/mindfulness, Lao Zi, het Daoïsme, Zen en/of Oosterse filosofie.
