Sinds juni 2021 werk ik drie dagen in de week bij Lovink en sta daarmee op de schouders van Lochemse giganten (Erna inbegrepen). Een vierde dag in de week ben ik actief in een ander deel van Gelderland, als één van de acht initiatiefnemers van de coöperatieve boekhandel De Toren van Bemmel.
Ik groeide op in de Randstad, met de stad als einder en de polder als realiteit. Best leuk voor een buitenspelend kind in de jaren 70 en 80, maar dodelijk saai voor de tiener en volwassene. De wijde wereld trok al snel, aangespoord door de studie culturele antropologie en mijn grote liefde, die op diverse plekken gewilde sporen voor mij achterliet: in hippe stadsbuurten, in kloosters en woestijnen, en tussen wilde dieren.
Maar bleek de passage van A naar B in de fysieke wereld een stap te ver, dan ontvouwde de literatuur zich als een geweldig alternatief. Boeken bleken alles te bevatten wat een jonge twintiger nodig had: ideeën en mogelijkheden, verbeelding en avontuur, liefde en compassie. Met daarnaast voldoende chaos, rafelranden en dubbelzinnigheid om een eigen kijk op het leven te ontwikkelen. De schrijvers die ik toen las en die mij inspireerden (Baldwin, Böll, Bukowski, Kafka, King, Steinbeck, Woolf) zijn mij nog steeds dierbaar.
Vanaf 2000 vond ik mijn professionele niche tussen de boeken. Ik werkte bij Athenaeum Boekhandel op 't Spui in Amsterdam en schreef artikelen over literatuur en schrijvers voor bladen zoals Boekblad, ZAM Magazine en The Big Issue Kaapstad. Na een lang verblijf in Zuid-Afrika bleek terugkeren in Amsterdam een desillusie en verkoos ik met partner en kat het oosten van het land. Op zoek naar meer ruimte, meer groen en meer vriendelijkheid. Was het toeval dat de Achterhoek nu aan mijn deur klopte?
Als lezer kan ik me op veel verheugen, waarbij één constante opvalt: Engelstalige fictie. Soms is er een Italiaans, Zuid-Afrikaans of Nederlands intermezzo, maar geef mij Utopia Avenue (David Mitchell), Later (Stephen King), Station eleven (Emily St. John Mandel) of The mirror & the light (Hilary Mantel) en het is evident dat woorden en werelden in hun perfecte groef vallen. Met de juiste achtergrondmuziek (Billy Holliday, Nina Simone, Chet Baker, Gregory Porter, Linda Ronstadt of Otis Redding) en de kat spinnend op schoot, is eenvoudig geluk voor mij zomaar binnen handbereik gekomen.