Twee vrouwelijke geheim agenten gaan de strijd aan met drugscriminelen. De een heeft lange tijd in een gevangenis in Peru doorgebracht, nadat ze bij een drugssmokkel was opgepakt. Met de drie criminele broers die achter het transport zaten, heeft ze nog een appeltje te schillen. Ze was door hen herhaaldelijk verkracht en voorgelogen, van die verkrachting was ze ook zwanger geraakt. Haar dochtertje werd in de gevangenis geboren, maar snel door Nederlandse ouders geadopteerd. Zodra ze de gevangenis uit komt, wil ze wraak nemen op de broers en haar dochter terug vinden. Omdat ze over veel informatie over de handel van de broers beschikt, wordt ze gerekruteerd door de geheime dienst. Haar vriendin was door de dienst in de gevangenis geplaatst om haar daar bescherming te bieden. Ook zij heeft een tragische achtergrond in de strijd tegen drugscriminaliteit.
Ze krijgen een training in het oerwoud van Colombia, vervolgen hun acties in Aruba en Mexico, waar ze erin slagen om twee van de broers te elimineren. Dan vallen ze in de handen van de FARC die probeert losgeld voor hen te krijgen. Ze ontsnappen en er volgt een moeilijke tocht door het oerwoud van Colombia.
